×




Januari 2021

Uitgave van
Steunpunt Passend Onderwijs

Steunpunt Passend Onderwijs
Aïdadreef 4
3561 GE Utrecht
www.steunpuntpassendonderwijs-povo.nl

Concept en realisatie
Onlineblad.nl
Ruud Slagmolen, Len Blonk

Fotografie
Ewouter.com en anderen

De algemene foto’s in dit magazine zijn gemaakt voordat het coronavirus in
Nederland uitbrak.


Dit magazine is tot stand
gekomen in samenwerking met:









Amadeus Lyceum, Vleuten:

‘Leerlingen laten beseffen dat ze ertoe doen!’

Ze werken er niet in lokalen, maar in domeinen. Hebben er geen docenten, maar experts. En leerlingen werken er zelfstandig op hun eigen laptop, bepalen deels zelf hoe ze werken, hebben de mogelijkheid veel bezig te zijn met creatieve vakken en kunnen, buiten het reguliere curriculum, extra workshops volgen die passen bij hun interesses. Het Amadeus Lyceum in Vleuten doet het net een beetje anders. Maar geldt dat ook voor de aanpak van schoolverzuim?

Het Amadeus Lyceum telt ruim tweeduizend leerlingen die opleidingen volgen op vmbo-tl-, havo- en vwo-niveau. Al die leerlingen leren zelfstandig te werken, leren samen te werken en leren vooral op hun eigen manier aan hun eigen ontwikkeling te werken. “We hebben hier serres en domeinen. In de serres (klassen) krijgen leerlingen vooral instructie. De domeinen zijn grote ruimtes waar leerlingen uit twee klassen tegelijkertijd hun opdrachten zelfstandig uitwerken, onder begeleiding van een expert of domeinbeheerder. Vaak doen ze dat in kleine groepjes. Onder toezicht van een domeinbeheerder kunnen ze ook aan een ander vak werken. Daarbij bevorderen we zelfstandigheid en eigen initiatieven”, zegt coördinator passend onderwijs Elzeline Bergisch.

Elzeline Bergisch: “Onze leerlingen zijn zelf in control. Dat stimuleert de betrokkenheid.”

Verzuim sneller in beeld krijgen
De leerling centraal, daar komt het op neer. “Klopt, we laten voortdurend zien dat je er als leerling toe doet. We zien hem of haar echt staan. Welbevinden is dan ook een belangrijke peiler van onze ondersteuningsstructuur, naast resultaten behalen en verzuim. Als we op één van die drie pijlers iets signaleren, komen we meteen in actie. En als het op twee vlakken is - slechte resultaten en hoog verzuim bijvoorbeeld - dan bespreken de afdelingsleiders met mij welke interventies nodig zijn”, aldus Elzeline. “Onze focus ligt op de aanwezigheid van leerlingen”, vult Ethel van Hamersveld aan. Zij is een van de twee verzuimcoördinatoren binnen het Amadeus Lyceum, een functie die hier 2,5 jaar geleden in het leven werd geroepen. “Aandacht voor schoolverzuim was er altijd al. Maar de laatste zes tot acht jaar groeide onze school zodanig dat we bij andere scholen met min of meer dezelfde hoeveelheid leerlingen zijn gaan kijken hoe zij (preventie van) verzuim oppakken. ‘Met verzuim­coördinatoren hebben we het verzuim beter en sneller inzichtelijk’ Daar werkten ze al met verzuimcoördinatoren. Het voordeel van deze functie is dat we het verzuim beter en sneller inzichtelijk hebben. Voorheen was verzuim een taak van iedereen op school, nu zijn vooral mijn collega en ik daar mee bezig. Als verzuimcoördinatoren hebben we korte lijnen met mentoren en afdelingsleiders, krijgen we aan het einde van elke dag in beeld welke leerling ongeoorloofd verzuimt en kunnen we veel sneller in actie komen. Wanneer een leerling de ruimte krijgt te spijbelen, zal hij dat blijven doen zolang daar niet op wordt gereageerd. Om volledige uitval te voorkomen, moet je daar dus direct op handelen en actie ondernemen. Wat zijn de redenen van dat verzuim?” Naast spijbelaars moeten ook te laat komende leerlingen langs de verzuimcoördinator. Is een leerling absent geweest, dan moet hij de gemiste tijd dubbel inhalen in het zogenoemde ‘terugkomdomein’.





Tot zelfreflectie komen
“Het voordeel van deze intensieve aanpak is dat je de leerling laat zien dat die er toe doet. Dat we het belangrijk vinden dat ‘ie op school aanwezig is. Dat vereist uiteraard een veilig klimaat. Kinderen moeten immers graag naar school willen komen”, vervolgt Ethel. “Het ‘terugkomdomein’ - elke dinsdag en donderdag - is dan ook geen straflokaal. En we laten leerlingen ook geen strafregels schrijven. Ze krijgen de opdracht te reflecteren op zichzelf en moeten de redenen opsommen waarom ze te laat komen of verzuimen. De één kan moeilijk uit bed komen, de ander denk dat het weekend voor hem of haar elke vrijdag eerder begint (en daardoor wekelijks één uur verzuimt), en een derde zegt geen fiets te hebben om naar de gymles te gaan. ‘We vinden het belangrijk dat iedere leerling op school aanwezig is’Na die schriftelijke opdracht gaat de verzuimcoördinator met de leerling in gesprek. Wat heb je van deze vragen geleerd? Welke oplossing kun je zelf of samen met anderen hiervoor vinden? Daarna kunnen ze, in de nog in te halen uren, hun reguliere huiswerk maken. Maar dan wel zonder laptop, smartphone en ‘oortjes’, en dat is voor hen al een ‘straf’. Al met al laten we de leerlingen zien dat we er niet op uit zijn om ‘boeven te vangen’, maar vooral dat we met elkaar naar een oplossing of een compromis zoeken.” Speelt er meer, dan leggen de verzuimcoördinatoren lijntjes met de afdelingsleiders en de coördinatoren passend onderwijs. Eventueel voor nog breder overleg.

Ethel van Hamersveld: “Het voordeel van de intensieve aanpak is dat je de leerling laat zien dat die er toe doet.”

Preventie begint in brugklas
De gesprekken met de leerlingen passen in het beleid om verzuim juist tegen te gaan. Preventie dus. “Dat begint al in de brugklas”, zegt Elzeline. “Alle mentoren in de onderbouw krijgen extra tijd om te investeren in de relatie met iedere leerling. Laten zien dat die ertoe doet, dat wij er voor hem of haar zijn. Aan het begin van het schooljaar heeft de mentor ook een gesprek met de ouders en de leerling samen. Daarin kan de leerling aangeven wie hij is, wat hij graag wil ebn wat hij moeilijk vindt. Ook gaan we op schoolkamp, zodat alle leerlingen elkaar en de mentoren goed leren kennen. Wat je in het eerste leerjaar opbouwt, daar bouw je in de verdere jaren op voort.” Maar hoe houd je de betrokkenheid dan hoog? Elzeline: “De leerling krijgt een groot aandeel in zijn eigen leerproces. Naast het reguliere lesrooster is er veel ruimte voor cultuurvakken. Op dinsdagmiddag zijn er bovendien workshops die passen bij de interesse van de leerling. Daarentegen vragen we van hen ook veel eigen verantwoordelijkheid. Ze zijn dus zelf in control en moeten zelf waar nodig in actie komen. Dat stimuleert de betrokkenheid. Natuurlijk is er altijd wel een groep die dat niet kan of doet. Dat zijn de leerlingen die van ons extra aandacht krijgen.”

Levend verzuimbeleid
Het ‘terugkomdomein’ en de persoonlijke gesprekken met leerlingen zijn belangrijke successen van het verzuimbeleid. “Ondanks de enorm grote school zijn alle leerlingen zichtbaar voor ons. We kennen kinderen die ongeoorloofd verzuimen ook allemaal bij naam. Ook dat werkt”, zegt Ethel. Een paar keer per jaar vindt overleg over dit verzuimbeleid plaats. Daarvoor schuiven de conrector, de coördinatoren passend onderwijs, de verzuimcoördinatoren, de leerplichtambtenaar en iemand van JGZ aan. Elzeline: “Verzuimbeleid moet levend zijn en niet uitsluitend een mooie passage op je website behelzen. Doen we de dingen nog goed? Moeten we zaken bijstellen? Door dat regelmatig met elkaar te evalueren, blijft het verzuimbeleid actief en actueel.” Intern zijn dus de experts (docenten) betrokken, de mentoren, de afdelingsleiders, de verzuimcoördinatoren, de coördinatoren passend onderwijs en zonodig ook leerlingbegeleiders. Extern ook de leerplichtambtenaar, de schoolarts of jeugdverpleegkundige en soms ook het buurtteam. Al deze hulpverleners maken deel uit van het samenwerkingsverband Sterk VO (zie ook kader). “Eén betrokkene neemt daarbij de regie, afhankelijk van de oorzaak van het verzuim. Is dat medisch, dan kan dat de schoolarts zijn. Of anders de leerplichtambtenaar. Eén keer per zes weken komen we bij elkaar om de voortgang te bespreken. Maar blijken bijvoorbeeld al na twee weken gemaakte afspraken met een leerling over diens aanwezigheid niet te lukken, dan komen we eerder bij elkaar.”

Voor ieder kind passend onderwijs


Binnen het samenwerkingsverband Sterk VO werken scholen, kernpartners en gemeenten samen aan een doorlopende schoolloopbaan voor jongeren. Centraal daarbij staat de vraag: wat heeft een leerling nodig, hoe kunnen we dat organiseren en wie zijn daarvoor nodig? “Heeft een leerling ondersteuning nodig, dan gaan we een passend traject in. Maar altijd met als doel: de leerling helpen zijn of haar diploma te halen. Als een reguliere school daar niet de aangewezen plek meer voor is, dan moeten we andere oplossingen zoeken”, zegt Elzeline.

Lees meer

Als prettig ervaren
Ouders en leerlingen waarderen de aanpak en visie van het Amadeus. “Een belangrijk onderdeel van ons onderwijsconcept is dat ouders, leerlingen, mentoren en andere betrokkenen elkaar goed leren kennen. Leerlingen weten dat ze gezien worden. Dat wordt door iedereen als heel prettig ervaren. Ook het feit dat de verzuimcoördinatoren iedere leerling, waar iets mee is, van naam kent. Dat maakt het ook makkelijker communiceren. De korte lijnen, het snelle inzicht op verzuim dankzij de verzamelde data, het zicht krijgen op de leerling en de positieve benadering met het ‘terugkomdomein’ zijn belangrijke - en inmiddels succesvolle - factoren waarmee we verzuim tegengaan en aanwezigheid op school stimuleren”, aldus Ethel en Elzeline.

Wilt u meer informatie over de aanpak van het Amadeus Lyceum?

Mail met Elzeline Bergisch. Mail: e.bergisch@amadeuslyceum.nl of verzuim@amadeuslyceum.nl