Met een schooldiploma op zak heb je meer kans op een goede baan. Je hebt ook minder ondersteuning nodig van de overheid. Bij jongeren die op school regelmatig afwezig zijn of die hun school niet afmaken, ligt dat heel anders. Zij presteren minder goed, hebben moeite een baan te vinden of hebben vaker ongeschoold werk. Ze lopen ook meer kans problemen te krijgen met hun psychische gezondheid en hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Niet verwonderlijk dus dat het voorkomen, vroegtijdig signaleren en aanpakken van schoolverzuim uitermate belangrijk is.
Een aanpak met diverse componenten, vroegtijdige signalering en interventies, en strategieën om de schoolstructuur te versterken, is effectief om schoolverzuim te voorkomen. Die aanpak moet passend zijn bij de school. Belangrijk daarbij zijn het versterken van het pedagogisch klimaat, de kennis van de interventies en de analyse van de schoolverzuimgegevens. Diverse professionals binnen de school vormen met elkaar een team. De teamleden geven leiding, stellen een plan van aanpak op, analyseren en monitoren de ontwikkelingen, en zetten stapsgewijs verbeteracties uit. Daarbij communiceren zij continu met alle betrokkenen: van leerlingen en ouders tot directie, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel en zorgprofessionals (leerplicht, jeugdarts, jeugdhulp etc.). Drie niveaus in piramide Maar om schoolverzuim goed te kunnen aanpakken, moet je eerst het verzuim in kaart brengen. Daarbij helpt het RtI-model* (zie afbeelding). RtI staat voor Response to Intervention. Met dit model kun je schoolverzuim inzichtelijk maken. Het model geeft je een kader om de aanwezigheid op school te bevorderen en helpt je bij de afweging over welke interventies - acties en maatregelen - je kunt inzetten om verzuim adequaat aan te pakken. Het model kent drie niveaus. Het onderste niveau gaat over een schoolbrede strategie om alle leerlingen te stimuleren naar school te gaan en focust op het snel signaleren van problemen. In het tweede niveau richt de school zich samen met ouders en leerling op het inzetten van steun en het wegnemen van de oorzaken van het verzuim. Alle acties zijn gericht op het terugdringen van dit schoolverzuim. Niveau drie, de kleine toplaag, betreft de intensieve aanpak voor leerlingen met langdurig verzuim en complexere problemen. Hierna gaan we wat dieper in op deze drie niveaus.
Op dit niveau bieden scholen alle leerlingen een sociaal en veilig klimaat. Aanwezigheid wordt gestimuleerd door algemene acties en maatregelen die een positief verblijf op school versterken. Ook het vroegtijdig signaleren van moeilijkheden valt binnen dit niveau. Deze maatregel is voor tenminste 80 procent van alle leerlingen toereikend. Daarvoor moet je het schoolverzuim goed monitoren en dreigend verzuim tijdig herkennen. Met acties en maatregelen probeer je verzuim te voorkomen. Ze zijn gericht op (1) het schoolklimaat, (2) de veiligheid, (3) de lichamelijke gezondheid van de leerling, (4) zijn of haar psychische gezondheid, en (5) de samenwerking met de ouders. Hoe dat te doen? Door:
In deze video zie je hoe basisschool Het Spectrum in Delfgauw werkt aan het welbevinden van hun leerlingen. Met dank aan het Trimbos Instituut.
Helpen bij spannende momenten Ook is het belangrijk extra aandacht te hebben voor momenten of periodes die voor leerlingen spannend zijn. Denk aan overgang naar een volgend schooljaar. Je kunt leerlingen bijvoorbeeld helpen om de geleerde vaardigheden en lesstof vast te houden, zodat zij zich zekerder voelen en geen neiging hebben tot verzuim. Belangrijk in dit niveau is om snel en adequaat te signaleren én te reageren. Daarmee kun je erger voorkomen!
Op niveau 2 ben je al een stap verder. Je krijgt te maken met leerlingen die op het punt staan van school weg te blijven of die al (regelmatig) kort verzuim vertonen. Herken of erken dat er aspecten zijn die het voor de leerling minder makkelijk maken om naar school te gaan. Voor hen zijn de algemene acties en maatregelen - genoemd in niveau 1 - niet (meer) voldoende. Er zijn dus aanvullende interventies nodig. De te nemen acties moeten een concreet doel hebben die je als school samen met de ouders en de leerling bepaalt. Ouders zijn in deze fase een belangrijke partner om het schoolverzuim te stabiliseren en terug te dringen. Maar ook om te achterhalen waarom een leerling van school wegblijft. Maatwerk met maatregelen Op dit tweede niveau onderneem je dus vooral acties die gericht zijn op de individuele leerling. Ook zijn er nog algemene maatregelen die overeenkomen met die uit niveau 1, maar die extra belangrijk zijn voor jongeren die dreigen te verzuimen of regelmatig kort verzuimen. Als zij bij de school betrokken zijn, zullen ze meer geneigd zijn om naar school te (blijven) gaan. Het is dus zaak om ervoor te zorgen dat leerlingen zich gezien en gehoord voelen, dat ze de lesstof interessant vinden, dat ze leergierig blijven en dat ze de activiteiten op school blijven volgen. Maar hoe vergroot je hun betrokkenheid? Dat kan bijvoorbeeld met een maatjesprogramma. Een medeleerling wordt maatje en ondersteunt hem of haar in het leven op en met school. Al met al is op dit niveau het monitoren en analyseren van verzuimgedrag en daarop acties ondernemen zeer belangrijk.
Er zijn ook leerlingen met ernstige en complexe problemen, en met langdurig verzuim. Daarover gaat niveau 3. Zonder een intensieve aanpak is het waarschijnlijk dat deze leerlingen niet teruggaan naar school. Hoe langer iemand van school wegblijft, des te lastiger is het om hem of haar weer op school te krijgen. Dat vereist dus een vergaande aanpak. En dat kun je als school niet alleen. Bij alle acties in deze laag is het daarom belangrijk intensief samen te werken met de ouders, de leerling en bij de leerling betrokken jeugdhulpverleners. Andere omgeving kan helpen Samen met de ouders stimuleer je zo veel mogelijk de ontwikkeling van de leerling. En samen pak je de problemen aan. Hoe? Bijvoorbeeld door de leerling (tijdelijk of gedeeltelijk) onderwijs te geven in een aangepaste omgeving; een speciale klas, in een andere school of in een kleinere groep die een meer individuele aanpak makkelijker mogelijk maakt. De acties en maatregelen uit niveau 2 kun je hier toepassen, uitbreiden en intensiveren. Samen optrekken met de ouders Zoals gezegd, is de samenwerking met de ouders ook in niveau 3, uiterst belangrijk. Een oplossing zonder ouders en leerling is geen oplossing. Op dit niveau is meestal sprake van integrale problematiek. Niet alleen op school, maar ook thuis en in de vrije tijd bestaan er dan vaak ondersteuningsbehoeften. Door te luisteren naar ouders en leerling kom je te weten wat een leerling nodig heeft om het patroon van verzuim te doorbreken en wel naar school te gaan. En of ouders ondersteuning nodig hebben om het naar school gaan te stimuleren. Netwerk aan hulpverleners Naast ouders spelen ook externe instanties een sleutelrol. Denk aan de samenwerking met jeugdhulp, de gemeente - als verantwoordelijke voor de financiering van de jeugdhulp - en de leerplichtambtenaar. Samen met de leerling, de ouders, de school en de hulppartners moeten zij er mede voor zorgen dat het thuiszitten wordt tegengegaan. Met elkaar vormen deze betrokkenen een team in de aanpak van verzuim. Intensieve ondersteuning Kortom, het sleutelwoord bij niveau 3 is ‘intensief’. Intensieve (integrale) ondersteuning en samenwerking, verzuim intensief monitoren; elke dag. Omdat de kans op terugval bij deze jongeren groot is, moet je mogelijk verzuim of terugval direct signaleren, bespreekbaar maken… én aanpakken.